| 
                 | 
             
            
                
                    
                        |   | 
                          | 
                     
                    
                        | monumentnummer
                         | 
                        522327  | 
                     
                    
                        | cbs
                        typering  | 
                        Kerkelijke
                        gebouwen  | 
                     
                    
                        | plaats  | 
                        Dordrecht
                         | 
                     
                    
                        | oorspronkelijke
                        functie  | 
                        Kerk en
                        kerkonderdeel  | 
                     
                 
                 | 
             
         
        
            
                 
                Inleiding  
                In de negentiende-eeuwse schil van Dordrecht
                gesitueerde kerk van het type kruiskerk met
                kosterwoning uit 1921, gebouwd naar een ontwerp
                van de Dordtse architecten B. van Bilderbeek en
                H.A. Reus in een aan het Rationalisme verwante
                bouwstijl. De kerk werd gebouwd in opdracht van
                de Christelijk Gereformeerde Gemeente door de
                aannemersfirma Gebr. H. van Loon. Het kerkgebouw
                is prominent gesitueerd op het kruispunt van de
                (Nicolaes Maes)Singel en de Dubbeldamseweg met de
                noord-zuidgerichte lengteas parallel aan de
                Dubbeldamseweg. Het kruispunt wordt extra
                benadrukt door de hoge hoektoren.  
                 
                Omschrijving  
                De kruiskerk is opgetrokken in donkerrode
                baksteen en heeft een hoge bouwlaag en een hoge
                kaplaag onder zadeldaken met leien in
                Maasdekking. Tegen de achterzijde van de kerk
                ligt de iets lagere, twee bouwlagen hoge
                kosterswoning met kaplaag onder schilddak met
                leien in Maasdekking. Het kerkschip is even breed
                als het transept en heeft ter hoogte van de
                kruising vier buitengeplaatste, identieke
                vierkante traptorens. Op de kruising bevindt zich
                een achthoekig vierringstorentje. Alle torens
                hebben een getrapt en geknikt tentdak met
                mastiekdekking. De kerk heeft rechthoekige,
                smalle vensters met glas-in-loodramen en een
                aantal vensters met glas-in-lood van Wim
                Korteweg. De vensters hebben gemetselde
                waterdorpels. Het metselwerk van de gevels is op
                diverse plaatsen verlevendigd met siermetselwerk.
                De drie topgevels (in de voor- en zijgevels)
                hebben op de verdieping een identieke
                gevelindeling met in het midden drie hoge, smalle
                vensters aan weerszijden voorzien van drie smalle
                vensters van verschillende hoogten. Bovenin
                bevinden zich nog drie smalle vensters en
                daarboven een gevelvlak met siermetselwerk met
                een diamantvormig venstertje. Aan weerszijden een
                kleine dakkapel met zadeldak. De symmetrische
                voorgevel heeft centraal een rondboogvormige
                hoofdentree met een getrapte, gemetselde
                omlijsting. De dubbele deuren met ijzerbeslag
                zijn geplaatst onder een rondboogvormig
                bovenlicht met verticale roedenverdeling. De
                entree is bereikbaar via hardstenen treden en een
                vloerplaat. Aan weerszijden van de entree drie
                staande vensters. De verdiepingen van de topgevel
                zijn identiek aan de andere topgevels. Links van
                de voorgevel een eenlaags portaal met driedelige
                arcade met hardstenen traptreden en terazzovloer.
                Direct hierachter de hoge, zesledige kerktoren
                met op de begane grond en op de eerste verdieping
                aan alle zijden drie smalle vensters. In de vier
                hogere verdiepingen is telkens in het midden een
                smal venster geplaatst. De toren heeft bovenin
                granieten waterspuwers en kogels op de hoeken en
                in de teruggemetselde top aan alle zijden drie
                smalle vensters. De linker zijgevel bestaat
                achtereenvolgens uit een terugliggend geveldeel,
                een topgevel (het transept) met aan weerszijden
                een vierkante traptoren en de voorgevel van de
                kosterwoning. Het terugliggende, drieassige
                geveldeel heeft driedelige, hoge vensters met
                glas-in-lood afgewisseld met uitgemetselde
                steunberen, en is langs de rooilijn van een
                gemetselde erfafscheiding voorzien. In de zijwand
                van de toren bevindt zich een smalle deur. Direct
                rechts van de topgevel een zij-ingang met dubbele
                deuren. De topgevel heeft op de begane grond drie
                keer drie kleine vensters. Links van de topgevel
                bevinden zich drie smalle vensters en de entree
                van de kosterswoning; een portiek met granieten
                treden en vloerplaat. Boven de ingang een
                ingebouwd balkon met dichte borstwering,
                balkondeur en een smal venster. De woning heeft
                een drie-assige gevel met vensters met
                schuiframen. In de middenas een dakkapel met
                tweedelig raam. De verschillende gevelvlakken
                zijn verlevendigd met siermetselwerk. De rechter
                zijgevel van de kerk bestaat achtereenvolgens uit
                een vierassig geveldeel, een kruisingstoren, een
                topgevel en de achtergevel van de kosterwoning.
                In het vierassige geveldeel worden de
                gevelvlakken afgewisseld door steunberen. Het
                linker vlak is blind, de andere vlakken zijn
                zowel op de begane grond als op de verdieping van
                hoge vensters voorzien waarbij de middelste as
                breder is. In de toren een paneeldeur met een
                klein venster en op de eerste en de tweede
                verdieping telkens drie staande vensters met
                glas-in-lood. De rechter torenzijde heeft ook op
                de verdiepingen drie staande vensters met
                glas-in-lood. De topgevel is gelijk aan de andere
                topgevels en wordt aan de rechterzijde
                geflankeerd door een laagbouw met drie ijzeren
                vierruitsvensters en twee smalle staande
                vensters.  
                Erboven bevindt zich een balkon die behoort bij
                de kosterswoning. De woning heeft een vijf-assige
                gevel; de middenas heeft op de begane grond
                dubbele tuindeuren en in de kap een dakkapel met
                driedelige vensterpartij onder schilddak. In het
                interieur van de kerk originele galerijen en in
                de zuidwand een orgelgalerij met kansel. De kerk
                heeft houten spanten met natuurstenen,
                geornamenteerde kraagstenen, een vurenhouten
                bekapping en in de kruising een koepeldak. Het
                plafond is volledig betimmerd. De binnenmuren
                hebben een trasraam van miskleurige, vlakke
                klinkers. In de kerk is het originele bankenplan
                met verwarmingselementen gehandhaafd.  
                 
                Waardering  
                De vroeg twintigste-eeuwse kerk met kosterswoning
                is van algemeen belang vanwege de
                cultuurhistorische, de architectuurhistorische en
                de stedenbouwkundige waarde.  
                - De kerk is van cultuurhistorisch belang als een
                schakel in de ontwikkeling van de kerkenbouw in
                Nederland en als uitdrukking van een geestelijke
                ontwikkeling.  
                - De kerk is van architectuurhistorisch belang
                vanwege de kwaliteiten van het ontwerp, vanwege
                de detaillering en de materiaaltoepassing, en
                vanwege de samenhang tussen in- en exterieur.  
                - De kerk met klokkentoren heeft
                stedenbouwkundige waarde als een opvallende
                markering van een kruispunt aan de Singel in de
                negentiende-eeuwse schil van Dordrecht.  
                - De kerk is tevens van belang vanwege de
                herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van
                in- en exterieur.  
                 
                 | 
             
         
         |